
Interview Juliette Vanwaterloo (nl)
Terwijl een retoriek van oorlog en bewapening het dagelijks discours in de media overheerst, bouwt Juliette Vanwaterloo een subtiel maar ongehoorzaam oeuvre. Als jonge kunstenaar werkt ze ijverig aan een textiele aanklacht. Haar kritiek op onze gewelddadige samenleving is hard en scherp maar heeft een hoog aaibaarheidsgehalte.
Is jouw kunst een aanklacht, een textiele uitdrukking van protest?
Juliette Vanwaterloo: Euh ja, natuurlijk. Op mijn Instagram-profiel gebruik ik de term textiele strijd om beter te definiëren wat ik doe. Dat betekent dat ik dingen aanklaag en deelneem aan een vorm van activisme via kunst. Je zou kunnen zeggen: textiel activisme.
Textielkunst heeft een lange tijd gediend als een systeem van dominantie, een vorm van onderwerping. Eeuwenlang bepaalden mànnen dat kunst enkel bestond uit schilderkunst, tekenen en beeldhouwkunst, terwijl textiel iets was voor vrouwen, thuis, dat was ambacht. Toch verdient textiel perfect haar plaats als volwaardige kunstvorm.
Op een gegeven moment kwam er een herinterpretatie van deze kunstvorm, een herdefiniëring van textielkunst werd noodzakelijk. We hebben textiel terug opgeëist als kunst. Veel feministische kunstenaars gebruikten daarom in de jaren 60 en 70 textiel als een subversief medium. Ik denk bijvoorbeeld aan Annette Messager.
Textiel was niet alleen een middel om vrouwen te onderdrukken, maar ook om hen op te voeden. Het is ronduit schrijnend hoe textiel werd ingezet om hun geest te vormen — en hun lichaam. Urenlang zaten vrouwen gebogen over hun borduurwerk. Borduren of kantklossen gebeurde altijd in een nederige, voorovergebogen houding. Ik las ooit dat borduren bewust werd opgedrongen om het lichaam te buigen en de geest te kneden. Het was een dwingend middel om jonge meisjes uit welgestelde families te conditioneren: hoe beter een vrouw kon borduren, hoe geschikter ze werd geacht voor het huwelijk.
Daarom hebben feministische kunstenaars dit medium vanzelfsprekend opnieuw omarmd. Wat ooit werd gebruikt om vrouwen te beheersen en hun opvoeding te sturen, zetten we vandaag in om het lot dat ons is opgelegd aan te klagen.

Le Lendemain Du 13 Janvier - 2021
Dit was op het Liedtsplein. Ik woonde daar net wat boven vroeger, in Schaarbeek. Op 13 januari 2021 vond daar een grote betoging plaats, omdat Ibrahima, een man, was overleden in de cellen van de politiezone Brussel-Noord. Er kwam een hele protestbeweging op gang met rellen op dat plein. De volgende dag ging ik foto’s maken van wat er was vernield . (...) Het blijft toch opvallend dat het vaak dezelfde twee grote symbolen zijn die geviseerd worden tijdens betogingen: de banken en de politie.
The medium is the message. Textielkunst als strijdmiddel tegen onrechtvaardigheid. Maar wordt textiel vandaag, net als vroeger, ook gebruikt als een soort (geheime) taal?
Héél zeker! Textiel ís een taal. Wanneer jonge meisjes gingen trouwen, borduurde elke vrouw uit haar dorp een klein lapje. Die werden dan samengevoegd tot een soort sprei, vaak met verborgen boodschappen erin verwerkt. Op het eerste gezicht zeiden ze: je wordt een goede echtgenote, maar in werkelijkheid werd er tussen de lijnen door iets anders meegegeven.
Of er zijn de verborgen codes in het patchwork van de slaven in Amerika. Slavinnen die werkten op de plantages maakten vaak quilts. Deze quilts speelden een belangrijke rol in de Underground Railroad, een netwerk van routes en schuilplaatsen dat door Afro-Amerikaanse slaven werd gebruikt om te vluchten naar het vrije noorden of naar Mexico in de 19e eeuw.
Het wordt de mythe van de slaven genoemd en ontstond tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Het ging om patchworkdekens met geborduurde motieven die eruitzagen als een symbolische landkaart: geabstraheerde boten, zonnen, oriëntatiepunten vormden een leidraad om de slaven te helpen te ontsnappen uit de zuidelijke staten. Het vormde een geheim netwerk.
Wanneer deze dekens of lakens hingen te drogen op de porches van de landhuizen, konden ontsnappende Afro-Amerikanen zien waarheen ze moesten vluchten, of waar het veilig was. Ze lazen de tekens in het patchwork, die aangaven welke richting ze op moesten. De stand van de zon werd weergegeven, of een rivier werd aangeduid die ze moesten volgen, of iets anders betekende dat ze bijvoorbeeld naar het noorden of westen moesten gaan.

1793 - Juliette Vanwaterloo - 2018 (Photo Leslie Artamonow)
Dit is een stoffen onderlegger die oorspronkelijk al geborduurd was met kleine bloemetjes en vrolijke figuurtjes. Een decoratief object dat een wat oubollige stijl imiteert — het beantwoordt helemaal aan clichébeeld van textiel waar we het eerder over hadden, een beetje folkloristisch. Maar ik heb er een fragment op geborduurd uit de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger van 1793. Het gaat over het recht en de plicht tot opstand. In dat fragment staat dat wanneer een regering de rechten van het volk schendt, opstand het heiligste recht én de meest noodzakelijke plicht is.
Wordt u als vrouw en kunstenaar nog vaak uitgesloten of beledigd?
Oh ja, vaak, gewoon omdat ik een vrouw ben. Soms lijkt het onbenullig, maar het zit in de manier waarop mensen me aanspreken. Men tutoyeert me sneller of neemt me minder serieus. Ik heb het gevoel dat ik me extra moet bewijzen, gewoon omdat ik een vrouw ben. En bovendien ben ik jong.

Toen ik nog student was, maakte ik een borduurwerk met de tekst: "Het bloed van de menstruatie is het enige dat niet voortkomt uit geweld, en toch walg je er het meest van." Dat was voor een proefexamen. Een gastjurylid reageerde met: "Oh nee hoor, mij stoort het helemaal niet als mijn vrouw haar regels heeft." Duh … dat was niet echt mijn punt!
Later heb ik dat werk op Instagram gepost, maar uiteindelijk moest ik de reacties uitschakelen. Het werd onhoudbaar: beledigend, gemeen, zelfs bedreigend. Zodra mensen anoniem zijn, gooien ze dingen eruit die ze nooit in iemands gezicht zouden durven zeggen.
Uw artistieke praktijk is geworteld in de geschiedenis van macht en ondermijning. Maar in tegenstelling tot oude wandtapijten, leven we nu in een wereld waar media snel en alomtegenwoordig zijn. Werkt u met textiel om te vertragen? Wat betekent de traagheid eigen aan dit medium voor u?
Er is een sterk contrast tussen de directheid van het internet en de constante stroom van media enerzijds, en de stilstand, rust en toewijding die mijn kunst vereist anderzijds. Dat is zeker.
Toen ik naar Brussel kwam, begon ik een archief aan te leggen van beelden: screenshots, amateurvideo’s en foto’s. Ik verzamelde alles wat ik live zag op het internet en tijdens demonstraties. Daarna bewerkte ik deze beelden in borduurwerk en dan in wandtapijten. Het zijn beelden die we allemaal online voorbij hebben zien komen, maar waar we nooit echt aandacht hebben aan besteed, omdat alles zo vluchtig is. Het gaat razendsnel.
Mijn idee was om ze uit de mediastroom te halen en opnieuw te bewerken, zodat het niet zomaar beelden blijven, maar aanklachten en duidelijke boodschappen worden. Voor mij verdienden deze beelden een ander statuut.
Uw kunst klaagt onrecht, geweld en onderdrukking aan in onze actuele samenleving. Wat is uw geheim om zo te blijven glimlachen en stralen?
Ik doe iets wat ik graag doe. Elke dag weet ik waarom ik opsta. En daarnaast vind ik het belangrijk om een vleugje ironie of humor toe te voegen. Dat doet mensen lachen.
In mijn laatste grote wandtapijt, dat binnenkort te zien zal zijn, beeld ik uit hoe water tegenwoordig wordt gebruikt. Water, deze essentiële grondstof, zou gedeeld eigendom moeten zijn van iedereen maar dat is niet echt het geval. Water wordt toegeëigend, vervuild, omgeleid, illegaal geëxploiteerd. Er speelt van alles. Ik wilde iets zeggen omtrent overbevissing en dus borduurde ik de tekst: Fini la pêche au thon. Dat heeft een dubbele betekenis. Want het verwijst ook naar pêche au thon het typisch Belgisch gerecht. En ik háát dat gerecht! Mijn grootmoeder maakte dat vaak voor me klaar in m’n jeugd. Dus is het tegelijk een knipoog naar België, een woordspeling of een manier om iets en stoemelings te zeggen, zoals men hier zegt in het Brusseleir. (Noot: "En stoemelings" betekent in het Brussels dialect, iets stilletjes of heimelijk doen, zonder dat anderen het merken.)
Uiteindelijk is er ook een minder dramatische kant. In het wandtapijt is er geen perspectief. Alles staat op hetzelfde plan. In het echte leven draait alles om perspectief. Als iets op de voorgrond staat, moet iets anders op de achtergrond, en dan verdwijnt dat weer. Alles stapelt zich op. Er zijn zoveel manieren om te kijken. Niemand kijkt op dezelfde manier. En dat versterkt juist dat bijna naïeve, lichtjes absurde en open karakter van mijn werk, waardoor het allemaal minder zwaar aanvoelt.

Voor uw aankomende tentoonstelling koos u een toepasselijke titel.
De titel wordt “Faire tapisserie”. Deze Franse uitdrukking betekent "er alleen maar bij zijn voor de decoratie." Vroeger werd het gebruikt voor vrouwen die op bals niet ten dans werden gevraagd en dus letterlijk aan de kant stonden als muurdecoratie. Ik vond dat wel passen bij een expo met werken die straks allemaal aan de muur zullen hangen.
Faire tapisserie :: Juliette Vanwaterloo :: 12 april – 18 mei 2025 :: Micki Chomicki Gallery
